USEPATTERN: verschil tussen versies

Uit MusiCAD
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:
   pat-#-#-arrangementnaam.arr
   pat-#-#-arrangementnaam.arr


Het gedeelte {{Literal|#-#}} staat voor de [[maatsoort]] waarin het arrangementbestand gebruikt kan worden, {{Literal|arrangementnaam}} is de naam waarmee het arrangement wordt aangeroepen in het commando USEPATTERN() en {{Literal|.arr}} is de extensie voor arrangementsbestanden. Zo kun je met voor een arrangement met benaming ''arpeggio-up-down'' voor verschillende maatsoorten arrangementen definiëren. Bij het uitvoeren van de USEPATTERN instructie in het opmaaksjabloon wordt afhankelijk van de maatsoort van het te arrangeren muziekje het bijbehorende arrangementbestand gebruikt.
Het gedeelte {{Literal|#-#}} staat voor de [[maatsoort]] waarin het arrangementbestand gebruikt kan worden, {{Literal|arrangementnaam}} is de naam waarmee het arrangement wordt aangeroepen in het commando USEPATTERN() en {{Literal|.arr}} is de extensie voor arrangementsbestanden. Zo kun je voor een arrangement met naam ''arpeggio-up-down'' voor verschillende maatsoorten arrangementen definiëren. Bij het uitvoeren van de USEPATTERN instructie in het opmaaksjabloon wordt afhankelijk van de maatsoort van het te arrangeren muziekje het bijbehorende arrangementbestand gebruikt.


==Voorbeelden==
==Voorbeelden==

Versie van 15 apr 2024 20:41

USEPATTERN is een sjabloonfunctie die je kunt gebruiken in een opmaaksjabloon om daarmee het huidige muziekbestand te voorzien van een nieuwe partij op basis van een arrangementbestand.

Syntax

 USEPATTERN( arrangementnaam );

Arrangementbestanden vereisen een specifieke benaming om gebruikt te kunnen worden als arrangement:

 pat-#-#-arrangementnaam.arr

Het gedeelte #-# staat voor de maatsoort waarin het arrangementbestand gebruikt kan worden, arrangementnaam is de naam waarmee het arrangement wordt aangeroepen in het commando USEPATTERN() en .arr is de extensie voor arrangementsbestanden. Zo kun je voor een arrangement met naam arpeggio-up-down voor verschillende maatsoorten arrangementen definiëren. Bij het uitvoeren van de USEPATTERN instructie in het opmaaksjabloon wordt afhankelijk van de maatsoort van het te arrangeren muziekje het bijbehorende arrangementbestand gebruikt.

Voorbeelden

melodie "#gAccomp|#patLatinBossa"
!# REQUIRE( sMeter=4/4, #errNeed4-4 ); 
!# REQUIRE( nChords>0, errNoChordsFound ); 
!# DELETEPART( AUTO );
!# USEPATTERN(bossanova-gitaar);
!# USEPATTERN(bossanova-bas);
!# USEPATTERN(bossanova-perc);
!# SET( sInfo, Bossa-nova);

Als de maatsoort niet 4/4 is, of als geen akkoordsymbolen aanwezig zijn, wordt een foutmelding gegeven en stopt de sjabloonverwerking. Als voldaan was aan de eisen (REQUIRE) dan worden aanwezige automatische partijen verwijderd (DELETEPART) en worden zullen de arrangementbestanden pat-4-4-bossanova-gitaar.arr, pat-4-4-bossanova-bas.arr en pat-4-4-bossanova-perc.arr toegepast worden (mits aanwezig). Tot slot wordt in de kop aangegeven dat de begeleiding een 'Bossa-nova' betreft (SET)

zie ook